Recreatief winkelen: shoppen met vriendinnen

shoppen met vriendinnen
Keuzestress en ‘recreatief winkelen‘ zijn relatief nieuwe verschijnselen. Nog niet eens zo lang geleden, had je niet zoveel keuzemogelijkheden, en winkelen als hobby bestond niet. Maar nu is bijvoorbeeld shoppen met vriendinnen heel populair! Mijn moeder groeide nog op met een verkoopster die drie jurken voor haar bij elkaar zocht, waaruit ze mocht kiezen.

Ik vroeg mijn moeder eens op te schrijven hoe kleding kopen ‘vroeger’ ging. Mijn moeder was het nakomertje in een boerengezin van vier kinderen, en is geboren en getogen in de Achterhoek. In het naburige dorp Varsseveld hadden ze toen maar liefst twee kledingzaken: Weenink dat inmiddels ter ziele is, en Duthler dat nu maar liefst dertig vestigingen in Nederland heeft!

Dit is mijn moeders verhaal over kleding kopen in de jaren vijftig! Winkelen was er toen nog niet bij ; )

Winkelen in de jaren 50

door Jannie Berendsen

Mijn moeder ging twee keer per jaar met mij naar Weenink om voor mij een ‘kleed’ te kopen. Ervaren, indrukwekkende, verkoopsters stonden mijn moeder te woord, en pakten vervolgens een paar kleedjes uit het rek, die ik mocht passen.

Mijn moeder bekeek zo’n kleedje van alle kanten om te bepalen of het wel groot genoeg was voor twee of drie seizoenen, en keek naar naar het prijskaartje. Het beste kleedje kreeg ik dan. Thuis ging het de kast in om het te bewaren voor ‘het beste’, dat wil zeggen een bruiloft of iets dergelijks.

Thuis droeg ik een ‘kleedje’ van vorige seizoenen om in te spelen. Mijn moeder had de rok van zo’n kleedje meestal al verlengd met een strook andere stof, zodat het me nog paste. Naar school droeg ik ‘het tussenkleedje’.

Ik herinner mij dat ik ooit een topper, een soort jasje, kreeg in een eigele kleur. Ik vond het de meest afschuwelijke jas ooit, maar ja, hij kostte maar 5 gulden en dat was belangrijk. Ik herinner me soms nog het gevoel als ik weer iets zie in die kleur!

Mijn moeder: jurk wordt nachtpon

Mijn moeder kocht voor zichzelf kleding op precies dezelfde manier. Van versleten jurken knipte ze de hals uit, en droeg ze vervolgens in bed als nachtpon. Later kocht ze wel echte nachtponnen.

Mijn vader: één pak per vijf jaar

Mijn vader kocht ook bij Weenink: één keer in de vijf jaar een nieuw pak. Hij ging dan tijdens de opruiming. Hij sprak dan de eigenaar, Antoon Weenink, persoonlijk aan en vroeg naar een pak voor de loop (om door de week te dragen). Antoon Weenink droeg dan een paar pakken aan, en mijn vader koos de goedkoopste. Thuis ging ook dat pak de kast in om te bewaren ‘voor het beste’.

Mijn ouders vonden het aan hun boerenstand verplicht bij Weenink te kopen en niet bij Duthler. Dat vonden ze namelijk ‘geen kwaliteit’, en een boer moest voor kwaliteit kiezen – dus ook roomboter eten!

Positiekleding winkelen

Positiekleding was schaars toen ik zwanger was van mijn oudste dochter in 1968, en alleen te koop bij Bambino in Doetinchem. Daar verkochten ze ook wiegen, kinderwagens en dergelijke. Ik had twee positiejurken waarvan één dezelfde was als van mijn buurvrouw. Die jurk heb ik dus erg vaak gezien!

– Einde –

De geschiedenis van recreatief winkelen – winkelen als hobby

Het concept van recreatief winkelen, met winkelen in de rol van hobby of een ontspannende activiteit ontstond in de 19e eeuw. Dat was vooral in Europa en de Verenigde Staten. Winkelen als hobby ontstond parallel met de opkomst van warenhuizen en stadscentra als sociale ontmoetingsplaatsen!

Ontwikkeling in de 19e eeuw

In steden zoals Parijs, Londen, en New York begonnen grote warenhuizen te verschijnen. Deze warenhuizen, zoals Le Bon Marché in Parijs (opgericht in 1852) en Harrods in Londen (opgericht in 1834), boden niet alleen een breed scala aan producten onder één dak, maar ze waren ook ontworpen om klanten een luxueuze en plezierige winkelervaring te bieden. Het idee was om winkelen een sociale activiteit te maken, iets wat mensen deden voor hun plezier en niet alleen uit noodzaak. Toen ik dit las moest ik denken aan de serie Mr Selfridge!

20e eeuw en verder

In de 20e eeuw groeide recreatief winkelen verder met de ontwikkeling van winkelcentra, vooral na de Tweede Wereldoorlog. Winkelcentra werden ontworpen om mensen aan te trekken en ze zo lang mogelijk te laten blijven. Dus compleet met entertainment opties zoals bioscopen en food courts.

Winkelen in Oberhausen

Dit herken ik van ons jaarlijkse uitje naar Oberhausen. Dat overdekte winkelcentrum is echt ook zo ingericht dat er geen enkele reden is om naar huis te gaan. Er zijn superleuke autootjes waarin je je kind kan zetten en duwen, zodat die niet gaat klieren. Er is een Coca Cola oase met verschillende restaurantjes met voor ieder wat wils, en voor bijna elke winkel staan fijne banken om op te zitten als je partner of kind een winkel in wil die jij niet leuk vindt.

N.B. In de late 20e en vroege 21e eeuw werd dit concept verder uitgebreid met de opkomst van online winkelen, waar het plezier van winkelen ‘naar de digitale ruimte’ werd gebracht.

Shoppen quote

shoppen quote

Als er iemand is die van shoppen houdt dan is het wel Becky uit de boekenreeks Shopaholic!

quote over shoppen

Shoppen met vriendinnen: 9 tips voor een geslaagde dag!

  1. Bespreek van tevoren welke winkels jullie willen bezoeken en wat jullie doelen zijn. Zo voorkom je dat jullie doelloos rondlopen en de tijd verliezen.
  2. Probeer nieuwe winkels uit of bezoek een andere stad. Dit kan de ervaring frisser en spannender maken.
  3. Plan pauzes in voor een gezellige koffie of lunch. Dit geeft jullie de kans om even bij te praten en te ontspannen.
  4. Hoewel het goed is om een plan te hebben, is het ook leuk om wat spontane stops te maken als jullie iets interessants zien.
  5. Als jullie van plan zijn om geld uit te geven, bespreek dan een budget van tevoren om te voorkomen dat iemand zich ongemakkelijk voelt.
  6. Zorg ervoor dat je iets draagt waarin je je comfortabel voelt, vooral als je van plan bent veel te lopen. Ben je van plan om veel te passen? Doe dan liever een broek met shirt of rok met shirt aan, dan een jurk! En doe schoenen aan die je makkelijk aan en uit doet, om schoenen passen makkelijker te maken.
  7. Zorg ervoor dat iedereen in de groep zijn of haar favoriete winkels kan bezoeken. Het gaat erom dat iedereen een leuke tijd heeft.
  8. Sluit de dag af met een gezellig diner of een drankje. Dit geeft jullie de kans om terug te kijken op de dag en samen te genieten.
  9. Overweeg om iets kleins voor elkaar te kopen als aandenken aan de dag. Het hoeft niet duur te zijn, maar het maakt de dag extra speciaal.

Winkelen als hobby versus duurzaam leven

Winkelen als hobby past denk ik niet bepaald bij duurzamer leven. Gezien de noodkreten over klimaatverandering vraag ik me af of winkelen als hobby houdbaar blijft. Zelf voel ik me er niet meer zo prettig bij; tegenwoordig koop ik het liefst tweedehands. Ik ben zelfs een soort challenge begonnen om dit jaar alleen nog maar via Vinted te kopen.

Leestips

Winkelen: pin voor later

winkelen

Is het niet wonderlijk hoe snel kleding kopen veranderd is? Hoe zijn de ervaringen van jullie ouders?
Gingen zij al echt ‘winkelen’?
Hoeveel tijd per maand besteed jij aan ‘recreatief winkelen‘?


Discover more from Huisvlijt

Subscribe to get the latest posts sent to your email.

Similar Posts

22 Comments

  1. Ik ben opgegroeid met het zelf maken van kleding. In een kledingwinkel kwamen we alleen voor kousen en ondergoed. In 1969 had ik twee stuks positiekleding. En in 1975 weer. Wel anders, want ik maakte het zelf. Ook de kinderkleding. Voor de zoon(1969) veel meer zelfgemaakt dan voor dochter(1976). Rond 1980 kwamen de joggingpakken en dat was een uitkomst voor onze dochter. Een nieuw pak kostte haast geen knoop.
    De laatste twintig jaar koop ik ook kant en klare kleding. Wanneer het winkelen begonnen is, sorry, dat weet ik niet meer. Maar je kunt er mij ook geen plezier mee doen. Ook nu stap ik bij Heije Wubs binnen en vertel wat ik graag wil en loop er met de korter gemaakte kleding weer uit met de kleding in een tas.
    Hartelijke groet en tot laters
    Gerrie

  2. Bij ons kwam een winkelman met een koffervol aan de deur eens in de zoveel tijd en als er geld was mochten we wel eens wat uitzoeken. De meeste kleding kregen we en ik was de jongste dus kreeg ik weinig nieuwe kleding. Maar als we kleding kregen waren we er erg blij mee.
    Hier geld nog het principe, oude kleding thuis en nette voor buiten de deur. Zelden nog koop ik nieuwe kleding en dan moet ik er tegen aan lopen. Op het platteland zijn geen kledingwinkels en dat is denk ik een voordeel.

  3. Ik hou niet van winkelen en ga alleen als ik echt kleding nodig heb. Hoewel ik soms aan recreatief window-shopping doe op internet. Natuurlijk ben ik niet zo extreem als je moeder, waarom zou ik ook als ik er wel het geld voor heb maar ik kan niet goed dingen kopen die ik niet écht nodig heb.

    Mijn moeder, tjah, die is waarschijnlijk van de generatie waar het grootste gros van de mensen hier zelf is. :D

  4. Wat een ontzettend leuke post. Wat grappig om te lezen hoe het vroeger ging. Ik ga volgende week aan ‘mijn mevrouw’ ook eens vragen hoe dat vroeger bij hen ging.

    Wij kregen vroeger altijd zakken met kleding van een vrouw uit het dorp. We stonden dan te springen van blijdschap. Zo spannend om die zakken uit te zoeken en er het leukste uit te zoeken. Kleding werd pas echt belangrijk toen ik naar de middelbare school ging. Toen vond ik het maar niets dat ik van mijn moeder geen gebleekte spijkerbroeken mocht dragen enzo. Mijn kinderen weten niet beter dan dat ze altijd een volle kast hebben waarin alles hangt wat ze maar kunnen verzinnen.

  5. Ik denk dat mijn moeder ongeveer dezelfde ervaring heeft. En zelf had ik ook niet veel kleding als kind, in mijn puberteit was er meer geld te besteden en had ik een vollere kledingkast en mocht ik zelf kiezen.
    Ik winkel nu alleen als ik wat nodig heb, zonde van mijn tijd om in die winkels rond te hangen :-)

  6. Ik ben zelf geboren in de jaren zeventig en heb dus een andere ervaring. Toch ging mijn eigen moeder met ons ook maar een twee keer per jaar met ons achter kledij. Winter en zomer. Dan werd naar een grote kledingwinkel getrokken en kregen we meteen een heleboel. Toen ik ouder werd veranderde dat. Rond mijn zestiende bv. werd er steeds vaker kledij gekocht en schoenen.
    Nu koop ik zelf het hele jaar door gewoon wat ik denk dat ze nodig hebben. Dat is nu makkelijk omdat je veel keuze hebt en niets moet bestellen ofzo.
    De tijden zijn compleet veranderd als zou ik er zelf niet mee inzitten moest er weer minder keuze zijn. Zelf koop ik vaak tweedehandskledij. Dat vind ik zelf unieker dan nieuw in een grote keten.

    Groetjes, Sandra.

  7. Wat plezierig, jouw verhaal. Ik ga dat thuis toch ook eens vragen!
    Mijn mama kocht voor ons graag mooie kleertjes en kocht die vaak in de solden. We kregen ook niet zo heel veel. Enkel wat nodig was. Wat anders dan nu! Ik krijg de kasten niet meer dicht, maar dat komt ook doordat ik zo veel maak :-)

  8. haha ja ik kan me nog wel herinneren dat mijn moeder altijd zei dat oma de kleding altijd zelf deed maken op de groei en als het te snel kort werd dan werd er gewoon een stukje aangezet!! ik heb zelf ook nog in kleding die mijn oma heeft gemaakt gelopen vond het vroeger zo slecht nog niet tegenwoordig moeten ze allemaal dure merk kleding hebben om er bij te horen nu maar hopen dat die kleine meid gewoon op d’r mama gaat lijken die geeft er dus helemaal niks om!!

  9. Wat een fantastisch verhaal! Wat goed dat je het zo hebt weten te ‘vereeuwigen’!

    Wat betreft recreatief winkelen kan ik kort zijn: dat doen we eigenlijk niet. Als we iets nodig hebben, dan kopen we het nog ‘t liefst online. Mijn man zegt wel eens voor de grap dat hij blij is om niet met een ‘echte vrouw’ getrouwd te zijn ;)

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.